Toen ik een jaar of 18 was, kreeg ik van een vriendin Het verstoorde leven van Etty Hillesum cadeau. Het bleek een selectie van teksten uit het dagboek dat de joodse Etty Hillesum in de Tweede Wereldoorlog had bijgehouden. Later verscheen Etty – De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943 onder redactie van Klaas A.D. Smelik, een veel uitvoeriger werk dan Het verstoorde leven.
In 2001 ben ik afgestudeerd op de vraag in hoeverre het denken van Etty Hillesum over goed en kwaad geïnspireerd zou kunnen zijn op de ideeën daarover van Carl Gustav Jung. In Etty Hillesum in Context, een boek dat verschenen is onder redactie van Ria van den Brandt en Klaas A.D. Smelik, heb ik één hoofdstuk geschreven onder de titel ‘Ik word alweer naar Jung getrokken’: Goed en kwaad in het werk van Etty Hillesum en Carl Gustav Jung. Dit hoofdstuk vat mijn afstudeerscriptie samen.
De dagboekteksten van Etty Hillesum hebben veel invloed gehad op de keuzes die ik heb gemaakt, zeker ook als het gaat om de drijfveer achter een aantal van mijn boeken. Met name Etty’s ideeën over de eigen verantwoordelijkheid in de bijdrage aan een betere wereld, hebben me zeer geraakt. Etty was als joodse vrouw ten dode opgeschreven, maar ze weigerde de wereld te verdelen in goede en slechte mensen. Als antwoord op het kwaad dat de nazi’s haar volk, maar ook homoseksuelen, verstandelijk gehandicapten, politieke tegenstanders, Sinti en Jehovagetuigen aandeden, keek ze kritisch naar zichzelf. Ze wilde zichzelf ‘innerlijk schoon’ maken en ieder ‘atoompje haat’ omzetten in een ‘atoompje liefde’. Alleen door bij jezelf te rade te gaan, door je eigen ‘kwade’ gedachten aan te pakken, kan een betere wereld ontstaan. ‘Men moet de voorraad liefde op deze aarde helpen te vergroten. Ieder beetje haat dat men al aan het veel te vele haten toevoegt, maakt deze wereld onherbergzamer en onbewoonbaarder.’ Voor mij is dat een heel betekenisvol en doorleefd uitgangspunt en zeker ook in onze tijd van grote waarde.